
link2fleet : Laurent Delmotte, hoe doet Stellantis het vandaag, met name op de fleetmarkt?
Laurent Delmotte: “In januari hebben we – zeker deels dankzij het salon – onze B2B-omzet met 63% zien stijgen ten opzichte van januari 2024. Als je B2B en B2C samenvoegt, stijgen we met 48%, wat veelbelovend is. We hebben onszelf een zeer ambitieus doel gesteld voor 2025: terugkeren naar een marktaandeel van 20%, wat ons niveau was vóór de coronacrisis. Concreet betekent dit dat we 100.000 voertuigen willen verkopen in 2025, tegenover slechts 70.000 in 2024.”
l2f: Wat is uw strategie als fleettdirecteur voor B2B-klanten?
L.D.: “Vandaag leid ik een fleetafdeling van 30 mensen met zo’n 500 klantenaccounts. We zijn geleidelijk onze B2B-verkoopteams aan het uitbreiden, want ons doel is om ons portfolio nog verder te laten groeien. Ik wil meer klanten werven, meer potentiële klanten ontmoeten en hen een proefrit laten maken met onze voertuigen. We werken ook met fleetzonemanagers die het netwerk ondersteunen, vooral voor zelfstandige klanten en KMO’s.”
l2f: Is het met het grote aantal merken dat Stellantis omvat, niet moeilijk om bepaalde modellen te positioneren die in hetzelfde segment kunnen concurreren?
L.D.: “Nee. Ten eerste omdat klanten bepaalde gewoonten hebben die ze behouden, of een bepaalde gehechtheid aan het ene merk in plaats van het andere. Ten tweede omdat onze teams erin geslaagd zijn om elk model te onderscheiden. Of het nu gaat om design, binnenruimte of wegligging. Neem nu het trio Opel Corsa, Peugeot 208 en Lancia Yspilon. De Opel zal aanspreken door zijn soberheid en zijn iets harder, Duits weggedrag. Bij de Peugeot is echt werk gemaakt van de wegligging en de uitrusting, die uitgebreider is. De Lancia ten slotte schuift een premiumkantje en Italiaans design naar voren. In elk segment waar we voertuigen hebben die met elkaar zouden kunnen concurreren, hebben we verschillen ontwikkeld zodat elke klant zichzelf kan profileren en een model kan vinden dat perfect aan zijn behoeften voldoet. In feite zie ik dit brede assortiment als een kracht waardoor we meer klanten kunnen bereiken. Vooral voor fleetklanten. Ik kom vaak B2B-klanten tegen die het aantal merken of invoerders waarmee ze werken, willen rationaliseren. Bij ons hebben ze één aanspreekpunt voor 10 merken en een enorm assortiment. Voor deze klanten proberen we meerdere aanbiedingen te doen en alle mogelijke opties te laten zien. Onze Key Account Managers hebben steeds meer in hun portfolio. In de toekomst zullen we nog beter op de verwachtingen van onze klanten inspelen door opties toe te voegen die de afgelopen maanden soms uit onze catalogi zijn verdwenen. Maar er is intern zeker geen wil om welk merk dan ook af te schaffen.”
l2f : De recente toevoeging van Leapmotor bevestigt die ontwikkelingsstrategie trouwens.
L.D.: “Absoluut. Stellantis heeft aandelen gekocht in Leapmotor, een jong merk dat het goed doet op de Chinese markt. We hebben een exportbedrijf opgezet waarin Stellantis een belang van 51% heeft en de voertuigen zullen in Europa worden gebouwd. Met Leapmotor willen we elektrische auto’s betaalbaarder maken en vooral voldoen aan de CAFE-normen om te voorkomen dat we boetes moeten betalen aan Europa. En het is vooral een zegen voor onze dealers die het merk verkopen, want voor elke verkochte elektrische Leapmotor kunnen ze vier brandstofauto’s van andere merken verkopen. Op dit moment zijn er ongeveer twintig Leapmotor-dealers in België, maar het doel is om dat aantal snel te verdubbelen.”